Ondersteuning - Extra ondersteuning
Extra ondersteuning in het onderwijs
Bijzondere ondersteuning voor kinderen
Bij de meeste kinderen gaat hun ontwikkeling gewoon goed dan wel met ups en downs volgens een opklimmende leerlijn. Een aantal kinderen heeft in het onderwijs extra aandacht of bijzondere ondersteuning nodig.
Onderwijsbehoeften
Op basis van leerlijnen maken we met behulp van toets- en observatiegegevens en diagnostische gesprekken met de kinderen in iedere groep een groepsplan. Hierin staat op welk moment welke kinderen welke aandacht krijgen. Uitgangspunt daarbij is dat de onderwijsbehoeften van meerdere kinderen gecombineerd worden. In enkele gevallen is het nodig dat we werken met een individueel handelingsplan waarin de onderwijsbehoefte en aanpak van één kind staan.
Onderwijsbehoeften zijn:
- verlengde instructie
- meer tijd
- aangepaste leerstof
- speciale begeleiding op het gebied van gedrag, concentratie en/of zelfstandigheid
- lesstofverrijking.
Kindvolgsysteem
De ontwikkeling van kinderen wordt met behulp van kindvolgsystemen in kaart gebracht. Voor de kleutergroepen is dit het volgsysteem van bijvoorbeeld Memelink en Bosos en voor de andere onderwijsgroepen het Cito-leerlingvolgsysteem. Daarnaast spelen de observaties van de leerkrachten een grote rol. De intern begeleider begeleidt de leerkracht bij het vaststellen van en het omgaan met de onderwijsbehoeften van de kinderen.
Schoolondersteuningsteam (SOT)
Als de leerkracht en de intern begeleider meer informatie of deskundigheid nodig hebben die binnen PIT niet te vinden is, wordt de hulp ingeroepen van het Schoolondersteuningsteam (SOT). Deskundigen zoals een orthopedagoog, een medewerker van bureau jeugdzorg of het CJG helpen dan met het vinden van de juiste aanpak oftewel het juiste ontwikkelarrangement voor het kind. Vanzelfsprekend wordt u als ouder vooraf en tijdens het proces hier nauw bij betrokken. Uw toestemming is een voorwaarde voor een bespreking in het SOT.
Ontwikkelingsperspectief (OPP)
Als een kind een afwijkend onderwijsprogramma volgt en extra ondersteuning nodig heeft, moeten we zijn ontwikkelingsmogelijkheden kennen. Daarvoor stellen we in overleg met u het ontwikkelingsperspectief (OPP) van uw kind op. Daarin staat welke onderwijsdoelen uw kind zal kunnen halen. Wij gebruiken hiervoor de volgende gegevens:
- medische gegevens, indien van toepassing
- informatie over eerder verleende hulp en ondersteuning en de behaalde leerresultaten
- informatie over de thuissituatie, indien nodig
- eventueel aanvullende observaties en/of onderzoeken.
Mocht u het niet eens bent met het opgestelde ontwikkelingsperspectief, dan kunt u een second opinion aanvragen bij het Samenwerkingsverband van het kindcentrum. Blijkt het geschil niet oplosbaar, dan kunt u uw vraag voorleggen aan de geschillencommissie ‘toelating en verwijdering’. Deze commissie geeft binnen 10 weken haar oordeel aan het bestuur van PIT.
Extern onderzoek of begeleiding op initiatief van ouders/verzorgers
Het komt voor dat ouders/verzorgers zelf onderzoek laten doen bij hun kind en/of een privé remedial teacher inzetten. In zo’n geval staan we open voor de uitkomsten van het onderzoek en voor adviezen, omdat deze van betekenis kunnen zijn voor ons handelen. Tegelijkertijd tekenen we daarbij aan dat de mogelijkheden van begeleiding binnen het reguliere basisonderwijs ook beperkingen kennen. Op basis van privé-onderzoek kan geen aanspraak worden gemaakt op speciale regelingen binnen ons onderwijs. Het volgen van remedial teaching onder onderwijstijd is in principe niet toegestaan. In uitzonderlijke gevallen kan, na overleg met de intern begeleider, aan de directeur van het kindcentrum om toestemming worden gevraagd.
Meergetalenteerde kinderen
Soms ontstaat uit de toets- en observatiegegevens en gesprekken met ouders het vermoeden dat een kleuter een ontwikkelingsvoorsprong heeft of dat bij een kind in een van de hogere groepen sprake is van begaafdheid. In dat geval wordt het Digitaal Handelings Protocol Hoogbegaafdheid ingevuld. Wordt het vermoeden vervolgens bevestigd, dan krijgt het kind aangepaste ontwikkelstof aangeboden. De leerstof wordt ingedikt (compacten) en in de resterende tijd krijgt het kind verrijking (verbreding en verdieping) van de stof aangeboden. Binnen het kindcentrum heeft het kind daarnaast de mogelijkheid een dagdeel per week deel te nemen aan de Asterisk*-groep. Hier krijgen kinderen uit groep 7 en 8 naast het werk in hun reguliere groep nog meer uitdaging.